Behandelingen tegen slaapapneu
Welke behandeling het beste toegepast kan worden om slaapapneu te verhelpen is afhankelijk van welke soort slaapapneu er bij jou sprake is.
Bij obstructieve slaapapneu
Voor obstructieve slaapapneu, waarbij het van belang is dat de luchtwegen worden opengehouden, worden meestal twee middelen ingezet:
- Een anti-snurkapparaat, zoals de onderkaakorthese van Oniris of een kinsteun voor extra ondersteuning. De Oniris Hiermee schuift je onderkaak en indirect ook je tong voorzichtig naar voren en hiermee wordt de luchtweg vrij gemaakt.
- Of een CPAP- behandeling (Continuous Positive Airway Pressure). De CPAP is een soort luchtpomp die zorgt voor een geringe overdruk, waardoor ’s nachts de luchtwegen worden open gehouden. De pomp haalt extra lucht uit je slaapkamer. Deze lucht blaast de pomp via een slang en een masker je neus in. Zo blijven de luchtwegen open en worden apneus voorkomen. CPAP wordt zowel bij matige als ernstige vormen van obstructief slaapapneu gebruikt.
Bij centrale slaapapneu
Bij centrale apneu liggen andere oorzaken ten grondslag aan de klachten van de patiënt. Dat betekent dat er soms ook andere behandelingen toegepast worden.
CPAP (continuous positive airway pressure). Deze techniek beschreven we net al even bij de behandeling van obstructieve slaapapneu. Het wordt door medici ook toegepast bij centrale slaapapneu.
Adaptive Servo Ventilation (ASV) , dit is een speciale maskerbehandeling die zorgt voor ademhalingsondersteuning. Het apparaat bewaakt continu of er sprake is van afwijkingen in de ademhaling en zorgt ervoor dat de ademhaling van de patiënt wordt gecorrigeerd en gestabiliseerd. CPAP en ASV lijken qua methode op elkaar. ASV wordt lang niet altijd toegepast bij patiënten die te kampen hebben met CSA omdat het niet voor elk type patiënt geschikt is voor gebruik. Vaker wordt de methode van CPAP toegepast.